
Jeugdgezondheidszorg
Interdisciplinaire antroposofische ouder en kind (IAOKZ) module
Bestemd voor artsen en verpleegkundigen werkzaam in de reguliere ouder- en kindzorg, op consultatiebureaus, die kennis willen maken met thema’s vanuit antroposofisch gedachtegoed belicht.
Doelgroep
Verpleegkundigen*, artsen en diëtisten die werkzaam zijn in de (antroposofische) jeugdgezondheidszorg op consultatiebureau voor ouder en kind van 0 – 7 jaar, of verpleegkundigen na de voortgezette opleiding hierin geïnteresseerd.
Inhoud
Elke dag wordt een thema door een gastspreker besproken en is er kunstzinnige verwerking door een kunstzinnig therapeut.
Vanuit het thema zoekt ieder zijn meest relevante aspect en werkt dit verder uit. Zie werkwijze.
Thema's
1. Embryologie, conceptie, geboorte
Welke groeigebaren zijn er in het kind waarneembaar? Het kind ontwikkelt zich van het hoofd tot aan de voeten.. hoe ontwikkelt het etherlichaam zich voor tijdens en na de geboorte?
Ddoor Guus van der Bie (arts)
2. Ontwikkeling van het kind gezien vanuit de constitutie typen
Groothoofdig, klein hoofdig kind; het aardse en het kosmische kind. Welke waarnemingen geven ons meer inzicht in de constitutie van het kindje, en wat kunnen we hieruit afleiden? Evt. met een waarnemingsoefening erbij?
Door Edmond Schoorel (kinderarts)
3. Antroposofische voedingsleer
Hoe kun je met voeding het kind in zijn ontwikkeling ondersteunen? Rol van borstvoeding, keuze van bijvoeding
Door Judy van den Berg (dieetiste)
4. Zintuigontwikkeling
Ontwikkeling van het kind aan de hand van de 12 zintuigen met de nadruk op de eerste vier lichaamsgerichte zintuigen. Hoe kun je deze ondersteunen en wat bewerkstellig je eigenlijk?
Ietje Steenbrink en Loes Klinge (jeugdartsen)
5. Het kleine kind komt als één en al zintuig op de wereld
Het komt op de voeten, leert staan, lopen, spreken en denken. Welke voorwaarden kun je afleiden aan de fenomenen die lopen spreken en denken met zich meebrengen om het kleine kind te ondersteunen?
Door Aart van der Stel (arts)
6. Opvoeding
Kinderen dagen ouders, opvoeders uit om antwoorden te zoeken op de vragen die hun kind hen stelt. Hierbij kun je denken aan startproblemen, voedingsproblemen, slaapproblemen, zindelijkheid. Dit zijn praktische zaken die in de kinderopvoeding ter sprake komen.
Door Rineke Boerwinkel (jeugdarts)
7. Vaccineren:
Omgaan met ziekten, rol van koorts. Hoe kun je ouders ondersteunen bij het maken van hun eigen keuze voor het inenten van hun kinderen?
Door Loes Klinge (jeugdarts)
8. Helend Klimaat:
Vormgeven aan het dagelijks leven in en om het huis met oog voor de leefstijlaspecten als bewegen, eetritme, slaapritme, dagritme met actie en ontspanning en omgevingsfactoren in het huis.
9. Ondersteuning van het zieke kind
Verschillende therapiemogelijkheden passeren de revue: uitwendige therapieën, ritmisch inwrijven. Door Gertje Pierhagen en Mirjam Zonneveld (verpleegkundigen)
10. Het consultatiebureau
De voorwaarden, organisatie, opzet. De toekomst: mogelijkheden in samenwerking intern in het bureau, samenwerken en netwerken met het reguliere veld en samenwerking met bureaus onderling. door Marica Bakker (verpleegkundige)
Werkwijze
Vanuit de lezing maakt ieder zelf de vertaalslag naar zijn eigen praktijk. Dit proces wordt begeleid door het gehanteerde onderwijsconcept dat Coen van Houten heeft ontwikkeld ten behoeve van volwassen educatie.
Deze methodiek helpt om de feitelijkheden van de gegeven lezing helder te houden en je eigen relatie tot het onderwerp duidelijk te krijgen. Door te verwoorden wat je in de lezing aanspreekt en wat je afstoot, kun je in een volgende stap tot vragen komen die je hebt ten aanzien van het onderwerp. Deze vragen zijn een leidraad om tot verdieping van het onderwerp te komen.
Twee onderwerpen werk je zo uit dat je dit in de groep kunt presenteren. Tenslotte maak je één document dat jij én je collega's op het CB kunnen gebruiken.